Deze commode is een toonbeeld van het idioom van de **Louis XVI** stijl waarbij 'edele eenvoud' van de herontdekte interesse in de vormgeving van de klassieke oudheid gecombineerd werd met de rijkdom van het Franse hof. De speelse en soms grillige vormgeving die het tijdperk van het rococo kenmerkte werd verlaten om plaats te maken voor duidelijke lijnvoering en strakkere contouren. Ook komen elementen uit de klassieke bouwkunst terug in meubelstukken, zoals de gecanneleerde hoekse zijstijlen in dit meubel die het voorkomen van zuilen oproepen.
Het rechthoekige *Blue Turquin* marmeren blad volgt de rondingen van de ronde zijstijlen. Hieronder bevindt zich een eerste ladenfries wat de schijn wekt dat hier drie kleine laden achter schuil gaan. Niets blijkt minder waar, want na opening toont zich een lade over de volle breedte waarin een met rood fluweel bekleedt interieur met vakverdeling is.
Onder deze lade bevindt zich een vergulde strip die conform de Franse mode de contouren van het meubel volgt en zich aan de zijkanten voortzet. Hierdoor zijn ook de zijkanten verdeeld in een tweetal vakken die net als de laden omlijst zijn met een vergulde strip. Het rijke acanthusbeslag op de bovenzijde van de zijstijlen ken een equivalent in de vierkante rozetten aan de zijden. Ook de afhangende festoenen in de cannelures zijn aan de zijden aangebracht. Hierdoor ontstaat een eenheid van continuiteit tussen ladenfront en de zijkanten die zeer typerend is voor Franse commodes uit deze periode.
De andere twee laden zijn ook over de totale breedte, en voorzien van dezelfde strakke trekkers en elegante ovale slotplaat met strikornament.
Staand op elegante 'toupie' poten gevat in vergulde monteringen.
Deel dit artikel