De boeketten, die voor een merendeel uit tulpen bestaan, zijn gerangschikt volgens een patroon dat ook bekend is van de bekende parelmoer- en intarsiawerker en goudsmid Dirck van Rijswijck (1596-na 1679). Ook de Chinees aandoende bolvormige potten met decoratie hebben dezelfde kenmerken. De vogeltjes links en rechts op de plinten zijn in verhouding te klein, een ander punt van gelijkenis.
De lijsten waarin de borduurwerken zitten zijn origineel en circa 1670 te dateren, hetgeen uniek te noemen is. De maten van de panelen zijn extreem groot, want de zeer schaarse vergelijkbare borduurwerken uit de 18e eeuw zijn in de meeste gevallen veel kleiner!
Beide werken zijn voorzien van een niet leesbaar monogram.
In de 18e eeuw was het professioneel borduren een ambacht dat vrijwel uitsluitend door mannen werd beoefend, slechts enkele namen van vrouwen zijn bekend, zoals Anna Maria Schuurman en de zusters Roemer Visscher, alle intellectuele en kunstzinnige dames uit de hoogste kringen.
Borduurwerk was in de 18e eeuw een belangrijk statussymbool, en een zeer tijdrovend arbeidsproces. Het vak borduren is op artistiek niveau het beste te vergelijken met dat van een schilder. Zij waren dan ook in het verzamelgilde van de "constenaeren" het St-Lucasgilde opgenomen, en "schilderen" met de naald, het oude veelzeggende "acupictores" werd vroeger veel gebezigd.
Deel dit artikel